106. ademhalingsoefening en spreekles bij de jongens en meisjes
1
2
Ademhalingsoefeningen aan leerlingen van de tweede klas van Nieuwe Herlaer, omstreeks 1900
3
4
5
6
Spreekonderwijs in de eerste klas van de meisjesschool in 1935. Zusters uit Gent zijn op bezoek.
6
Mijn dank aan Rene van der Veen
Reactie plaatsen
Reacties
Voor lezers en kijkers. hier vertel ik over mij zelf. Eerste heb ik met mijn ouders ondergevraagd over mij, toen ik doof ben. hoe deden mijn ouders voor mij opvoeden, contakt, behulpzaam, enz. Oja mijn ouders zeiden dat ze zelf hadden niet geweten en hoe wisten niet hoe ze zijn zoon in contakt nemen. Helaas kunnen ze helemaal niet praten, maar alleen zijn de vingers wijzen als ik nodig heb.
Natuurlijk het was niet prettig voor mijn ouders, Maar ik ben wel goed bij de hand met zijn goed verstand. hij pakte vader of moeder met de hand vast en gingen samen naar waar ik mijn de vinger wijzen (bijvoorbeeld snoep, koekjes, enz ) dan papa of mama hun hoofd beweegt ja. en kreeg ik de lekker snoepje. En ook komt vanzelf mijn eigen gebarentjes . Bijvoorbeeld mijn hand op mijn wang naar beneden = slapen, 2 handen bewegingen = wandelen, een of twee vingers in de mond = eten, een vuist hand in mijn mond = drinken, mijn tong uit de mond steken. = naar de wc. Papa en Mama konden wel goed mij volgen. Vooral mijn opa's en oma's en oom, tante, neven en nichten wisten helemaal niets hoe ze met de doof kind omgaat. het was een onschuldige kind. Mijn vader wou dat mij naar het instituut voor Doofstommen te Sint Michielsgestel sturen, maar mijn moeder hield mij vast dan kon ze helemaal niet los. En dan het probleem in het huisgezin, waaronder de familieleden bij hun komen bespreken voor de oplossing. Het valt niet mee en later kreeg mijn moeder het bezoek van haar broer de godsdienstleraar bij Norbertijnenklooster in Averbode (B)
Hij was de priester en noem ik mijn heeroom.
Ze bespreken elkaar over het geloof, vertrouwen, hoop, liefde voor het kind Rene, dan gaf mijn moeder toe dat ik naar het instituut voor doofstommen te st Michielsgestel moest ging om daar de spreekmethode te leren. Natuurlijk ik wist helemaal niets en speelden ik altijd graag. toen in September 1932 haalden mijn ouders de koffer van de boven naar het beneden en zag ik dat was zeer blij om uit te gaan. Maar wel beetje vreemd dat ik toen zag dat mijn ouders de allleen kleding, schoeisel, ondergoederen en anderen met zonder het kleding en ondergoederen van mijn ouders en mijn broertje in de koffer hebben ingepakt en dan ik wordt erg boos en huilen. mijn ouders keken wel verbaasd dat ik op de stoel zat huilen. hoe moesten ze zeggen? Volgende dag op 12 September 1932 kwam de taxi aan bij mij de voordeur en stapten wij in de taxi en reed de weg naar St Michielsgestel. En dan zag ik daar het groot gebouw en dacht ik dat daar de ruimte voor mij konden spelen met de autoped en drielwieler. Helaas kwamen wij samen naar de ingang Meisjesafdeling binnen en zag ik de zuster naar mij toe en gaf ze haar de hand aan mij en schudden elkaar (Zuster Borgia). Daarna kwam Zuster Wilhelma naar mij en gingen samen naar de meisjesspeelplaats waar daar de konijnenhokken komen kijken. En dan mijn ouders gingen terug naar huis. Nadien zoek ik naar mijn ouders en zag ik ze niet meer en begon erg veel huilen en schreeuwen. Zuster Wilhelma troost mij en zat ik haar op de schoot, later wordt naar de voorschool gebracht. ik zag dat voor mij helemaal niet opgemak door de afgesloten omgeving. Enkele dagen ging er weer over. In de Klas bij zuster Wilhelma en Zuster Rosa leerde ik de spreekmethode. dat begon eerste met A. met de meermalen herhalingen en aan het buurt B. Enz. voor mij voor de eerste keer met mijn stem sprak A. B. C. D. enz viel voor mij erg zwaar en moest ik meer adem nodig voor de spreekbuurt. Daarom elke dove kinderen de elke dag de ademhaling blijven oefenen. Later leerde ik de woord vooral eerste mama en papa, daarna naar de andere woorden. het kost heel veel tijd nodig. Toen ik kreeg het bezoek van mijn ouders op het instituut in de spreekkamer. en dan Zuster Rosa riep mij en wijst Zuster Rosa haar de wijsvinger naar mijn moeder.
wie ? ik praat een woord Mama en ook papa. Mijn moeder begon te huilen en vader haar tranen uit zijn ogen. ik begreep het niets waarom huilt mijn moeder? maar later wel!!! In 2 jaar lang op de voorschool leerde ik de spreekmethode met de hulp van de groot spiegel dat komt vanzelf het woorden aflezen (liplezen). Verder praat ik nog goed, maar eerlijk gezegd dat was helemaal niet 100 procent goed. Dat komt omdat het kind van het geboorte geheel doof was en leerde hij niet van zijn ouders om samen kunnen te praten. De doofgeboren kind herkende het geluid helemaal niet. Maar wel alleen erg gevoelig kind. Steeds ben ik groter geworden, praat ik het gewoon verder en liplezen voor mij heel goed met zonder probleem. Mijn ouders zijn geheel opgelucht can zijn zoon die kunt weer spreken, lezen, schrijven, liplezen, rekenen, arbeid enz. Dat was wel een wonder dat de doofgeboren kind weer kan spreken. Logisch ben ik zeer erg dankbaar aan mijn ouders dat ze hebben heel zwaar beproevingen dat hun zoon Rene naar het doveninstituut ging in 12 jaren lang. En ook dankbare aan Zusters en Broeders dat ze voor mij hebben gedaan. Vooral grote dank aan Mgr M van Beek dat hij was de eerste oprichter van het instituut voor doofstommen in Nieuw Herlaer die de afkomstig uit het dorp Gemert vanaf in 1828 en over 12 jaar in 1840 op het instituut voor doofstommen in Nieuw- Herlaer en in 1910 naar het nieuwe instituut voor doven te St Michielsgestel. Voor dit jaar 1790 de hoe leefden de volwassen doofstommen in Nederland. De eerste opgericht doveninstituut in Parijs in 1760 door Abbe Charles-Michel de I' Epee, en in 1778 in Lepzig door Heinicke, en in 1790 in Groningen door Henri Daniel Guyot en in 1828 in Gemert door Mgr M v Beek en in 1840 doveninstituut in Nieuw-Herlaer en later in 1910 nieuwe DovenInstituut in St Michielsgestel. En nu het instituut voor doven St Michielsgestel wordt steeds groter in geheel Nederland met 17 verschillende plaatsen.
Rene van der Veen.
Lezers en Kijkers. Vervolg Ssssst de oude komt !!!
Maar Hoe? (....) Hij kreeg deze overtuiging. Als we hard werken, kunnen de dove kinderen ook door spreken en liplezen tot lezen komen. Het zal meer moeite kosten, maar waarom dat niet gedaan? We moeten onze oud-leerlingen en tot goede ontwikkeling brengen, en tot goed contact met de horende medemensen.
Maar Mgr C Terwindt, die oude heer, die wilde er niets van weten!. " Heerke, Heerke " zei hij, de 80 jarige, tegen de jonge A Hermus. " pas toch op! De ontwikkelijk is het voornaamste! Wat heb je aan sprekende doofstommen als papegaaien? De gebarentaal is hun moedertaal. Zonder die taal gaat het niet!.
Maar A Hermus zette door. En hij had de volle medewerking van Moeder Damiana en van Broeder Leopold. Stiekum )ze kropen onder het naam van de oude Terwindt door als hij s'middags zijn dutje lag te doen!)
gingen enkele Broeders en Zusters naar de paardetram op de dijk. Die bracht hen naar het station in Den Bosch, en dan met de stoomtrein, puf puf puf naar het verre Rotterdam... Daar gingen ze leren, hoe men dove kinderen spreken moet leren. Niet dat alle broeders en zusters het ermee eens waren!. Lang niet! Velen van hen vonden dat spreken leren klinkklare onzin!
Papegaaiwerk! Maar A Hermus had de medewerking van Brioeder Overste en van Moeder Overste, en - last but not least - van Mgr van de Ven, bisschop van Den Bosch, die zeer goed inzag, dat de spreekmethode ook voor de zielzorg van de doven het beste was. Hij stond achter A Hermus. Stiekum begon in de school het spreken leren van de dove kinderen. Soms meende de oude Terwindt spreken te horen als hij in de gang kwam. Vlug werd dan de boodschap gegeven. Ssssst! De oude Komt! En .... als hij weg was, ging het spreken weer verder!!
Toen kwam de grote dag, dat de eerwaarde heer A Hermus Mgr C Terwindt, zijn directeur zou uitnodigen in de klas. De kinderen waren prima voorbereid. A Hermus zou hen alleen door spreken en liplezen een godsdienstles geven. De indruk op C Terwindt was verpletterd!. Deze heeft het geschreven door A van Uden
in De Vriend Oktober 1965.
GEEN ' ACHTERLIJKE ' INSTELLING>
In 1906 was de zuivere spreekmethode inmiddels ingevoerd bij de zes lagere klassen van de jongensschool en de vier laagste klassen van de meisjesschool. In de hogere klassen bleef echter tot het einde van de achtjarige curcus het gecombineerde systeem gehandhaafd.
De nadelen van de zuivere spreekmethode werden zo goed mogelijk verholpen. Zo richten de priester-leraren het godsdienstonderwijs anders in. Op grote afstand waren de mondbewegingen nit te onderscheiden. Daarom vonden gesproken preken plaats in de nabijheid van de leerlingen. Bovendien werd de kapel goed verlicht/ Ook paste hoofdonderwijzer A Hermus de Katechismus aan het dovenonderwijs aan, omdat zeer vele woorden en uitdrukkingen van den gewoon katechismus niet door hen verstaan worden'. De katechismus vormde een belangrijk onderdeel van het gesproken godsdienstonderwijs.
In het verslag over 1907 gaf hij de argumenten weer waarom het instituut de zuivere spreekmethode had ingevoerd. ' het spreken en aflezen van de lippen is voor den doofstomme in het maatschappelijk leven van onschatbare waarde. Hij wordt daardoor in staat gesteld met zijn medemensen te converseeren, zonder ook van het schriftof een lei te moeten bedienen. Die omgang met horenden werkt ook zeer gunstig op zijn verdere ontwikkeling. Zij die bijzonderen aanleg hebben, leren schier even duidelijk spreken als hoorenden, terwijl de minder begaafden, de doven, die volsterkt geen gehoorresten bezitten, zich althans verstaanbaar weten te maken (....) Daarbij komt het nadrukkelijk verlangen der ouders en de publieke opnie. Daar is geen vader of moeder, die niet verlangt, dat hun ongelukkig kind zoo goed mogelijk leert spreken, dat zijn droevig gebrek zooveel mogelijk wordt weggenomen. Moeten wij met die billijk verlangen geen rekening houden? Zeker, en ook met de opnie van het publiek. De laatste reden woog zwaar mee, omdat het instituut de naam dreigde te krijgen een " achterlijk en instelling " te zijn, die niet met de tijd meeging. Hierdoor zagen ouders er tegenop hun kind naar Sint Michielsgestel te sturen, het enige katholieke doveninstituut van Nederland. Er waren zelfs gevallen bekend van ouders die hun kind om die reden plaatsen in een niet-katholiek instelling. Het is niet denkbeeldig dat ook de vrees voor een achteruitgang in giften hierbij een rol speelde, wanneer het instituut een minder goed naam kreeg. Met de invoering van de zuivere spreekmethode kwamen aan die bedekenkingen in ieder geval een einde.
Alhoewel het leren spreken langer duurde dan het leren van gebarentaal, begon het nieuwe systeem enkele jaren na de start vruchten af te werpen. Het voor langere tijd afstaan van een kind aan het instituut was een zware beproeving voor de ouders, maar het eindresultaat maakte veel goed. Ouders reageerden vaak emotioneel als ze hun kind voor het eerst bezoek spreken. Het werd gezien als een waar wonder: een doofstomme, die kon spreken en verstond wat een ander zei!!!
Rene van der Veen.
Lezers en Kijkers. Studiereizen, een proef met grote gevolgen, geen "achertiijke " instelling
Ondanks zijn bezwaren tegen de zuivere spreekmethode, gaf Mgr C Terwindt toestemming aan de jonge A Hermus om studiereizen te maken naar andere dovenscolen, waar de spreekmethode inmiddels was ingevoerd. Hij kreeg opdracht de verschillende methoden en de resultaten daarvan met elkaar te vergelijken. A Hermus maakte van dat aanbod dankbaar gebruik. Hij bezocht de dovenscholen in Groningen en Rotterdam. Vervolgens maakte hij een reis naar Begie, waar hij de dovenscholen van Antwerpen, Gent en Woluwe-St Lambert aandeed. Vooral de kennismaking met J. Hoogerheijde, hoofdonderwijzer van de dovenschool in Antwerpen, bleek zeer insirerend. Het legde de basis voor een langdurig en vruchtbaar contact tussen beide instituten.
A. Hermus kwam tijdens zijn reizen tot de conclusie dat de bezwaren van Mgr C Terwindt tegen de zuivere Spreekmethode niet helemaal terecht waren, Deze Methode leek hem zelfs een uitstekend middel om doven uit hun maatschappelijk isolement te halen. Hij schref zijn bevindingen in een verslag. Toch was directeur C Mgr Terwindt niet overtuigd, al bereidde hij het onderwijs in spreken en liplezen uit tot ' een zeer noornaam vak van ons leerprogram' In het jaarverslag over 1903 schreef hij naar aanleiding aan de studiereizen van A Hermus. ' Vele inlichtingen zijn ons versterkt, waarmede wij voor de toekomst ons voordeel zulen doen. O.a. is ons gebleken, dat het precentage van leerlingen, die zich verstaanbaar kunnen leren uitdrukken en met vrucht de lessen eens sprekenden leeraars kunnen volgen, niet zoo gering is Als wij ons voorheen voorstelden. Wanneer met tact en energieke volhardig gewerkt wordt, dan zullen er weining leerlingen zijn, die de gave der spraak niet in meerdere of mindere mate zich zullen eigen maken, nog minder, die het gesproken woord niet van de lippen leren aflezen. Daarom hebben wij dan ook aan onze spreeklessen en spreekoefeningen een aanmerkelijke uitbreiding ggeven. Na rijp beraad meenden wij echter geen essentieele verandering te mogen brengen in onze methode van onderwijsen, tenminste voor de lagere klassen, de gebaren als middel van onderricht te moeten behouden'
EEN PROEF MET GROTE GEVOLGEN.
Des ondanks nam A Hermus vanaf September 1904 een proef met de spreekmethode in de laagste klassen van de jongensschool. Na enige tijd nodigde hij directeur C Terwindt uit om eens een kijkje te komen nemen tijdens een godsdienstles. Toen de directeur de jongens hoorde spreken en zag liplezen, raakte hij overtuigd. De kogel was nu door de kerk. Hij stemde ermee in de nieuwe methode geleidelijk aan ook bij de andere klassen in te voeren. Sint Michielsgestel zou een sprekende instituut worden!!! Dat plan vond veel bijval bij mijn priester-leraren, aldus A Hermus in een terufblik. Met waregeestdrift hielpen deze, en ook onze Broeders, dat plan ten uitvoer te brengen. En als ik hier namen mag noemen, dan moet ik op de eerste plaats melding maken van de Broeder Vincent, Broeder Kostka en Broeder Cesarius. Aan hen vooral heb ik het te danken, dat wij schier vanaf den beginne de heelijkste resultaten met de invoering van de spreekmethode behaalden'. Het Instituut verzocht de Antwerpese leraar Hoogerheijde regelmatig adviezen te geven en te controleren of het spreekonderwijs in Sint Michielsgestel goede vorderingen maakte. Telkens leverden die bezoeken nuttige aanwijzingen op. Naar aanleiding van zijn inspectie in 1905 werden de schoolbanken van de jongens in een halve cirkelvorm geplaatst. Zo konden ze elkaars liplezen beter aflezen. Ook werd het grote schoollokaal van de jongensafdeling in Nieuw-Herlaer voortaan gescheiden door schotten, zodat er meerdere klaslokalen ontstonden. De ondewijzers werden daardoor niet meer gehinderd door het spreken van leraren en leerlingen uit andere groepen. Enkele Broeders en zusters kregen toestemming om studiereizen te maken, wat de blik op de buitenwereld steeds ruimer maakte, Zo bezochten de Zuster Theresia en Zuster Geertruida de dovenschool in Frankfort, waar Johannes Vatter de zuivere spreekmethode verdr had ontwikkeld. Binnen het dovenonderwijs gold deze school als 'het Mekka der doofstommen-onderwijzers' Van de orale methode welteverstaan.
Sssssst!!! DE Oude Komt!!!
Mgr C Terwindt werd ouder uit in 1902 kwam de eerwaarde heer A Hermus. Toen hij de gebarentaal meester was, was het eerstedat hij grondig ging aanpakken, als echte priester, de nazorg, de zorg voor de oud-leerlingen. Daar was tot dan toe niet zo heel veel aan gedaan. Men vertelt dat Mgr C Terwindt nooit verder kwam dan DEn Bosch en Nijmegen en de pastorie van Sint Michielsgestel! Een klein wereldje! De eerwaarde Heer a Hermus trok erop uit. Hij verzamelde de oud-leerlingen te Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Maastricht, Nijmegen, Eindhoven Enz. En....het werd hem steeds meer duidelijk "Nee dat kan zo niet! Die eenzaamheid die eenkennigheid die eigeneeuwigheid dat gebrek aan hart!" A. Hermus besprak dit alles vooral met Moeder Damiana overste van de Zusters en met Broeder Leopold overste van de Broeders. Bij beiden vond hij een geweldig oor. Ze kregen de overtuiging hier zal en moet een oplossing voor gevonden worden!
Rene van der Veen.
Lezers en Kijkers. Hier vertel ik over de venieuwing in woord en daad in 1904 - 1940: Een sprekend instituut.
Kort na de eeuwwisseling brak voor het instituut voor doofstommen te Sint Michielsgestel een baanbrekende tijd aan. Onder leiding van Adrianus Hermus werd het gecombineerde systeem vervangen door de zuiver spreekmethode. Gedurende de komende 90 jaar zou spreken en spraafafzien de voorkeur krijgen boven gebarentaal. Ook betrok het instituut een nieuw complex aan de Theerestraat. De organisatie groeide uit tot het grootste doveninstituut van Nederland. De invloed reikte zelfs over de landsgrenzen: ook internationaal werd 'Sint Mischielsgestel' een toonaangevend begrip.
Hoe over de voorbereiding van de spreekmethode voor de doven leerlingen. De directeur Mgr C. Terwindt, die zooveel voor de doofstommen gedaan had, begon erg oud te worden. Ook zijn eersteassistent, die hem reeds bijna 40 jaar trouw gediend had. Mhr Sprengers hadzijn beste jaren achter den rug. Veel wat de gebouwen en de leerwijze betrof, had dringend herstel of hervorming nodig. En nu meende Mr v d Ven (de bisschop van Den Bosch) in mij den aangewezen man gevonden te hebben om Mgr C. Terwindt zijn taak te helpen verlichten en de nodige verbeteringen aan te brengen. Ik verschrok niet weinig bij het vernemen door tijding, en ik begon Monseigneur allerlei bezwaren onder het oog te brengen. Mgr v d Ven luisterde met weining belangstelling naar mijn bezwaren en maakte spoedeig een eind aan ons onderhoud met de woorden. "Kom,Kom, dat zal allemaal wel terecht komen" Hij gaf mij zijn bisschoppelijke zegen, en ik kon vertrekken. Een week later zat ik op het instituut, waar ik zes weken achtereen les kreeg in gebaren. Daarna moest ik mijn eerste preek afsteken en begon ik gedurende eenige uren les te gevenin de twee hoogste klassen der jongensschool. Aan het woord is Adrianus Hermus, die in 1902 werd aangesteld als leraar van het instituut in Nieuw - Herlaer. Gedurende bijna 40 jaar zou hij als leraar, hoofd van het jongensonderwijs en als directeur een belangerijk stempel drukken op het reilen en zeilen van het instituut. Onder zijn leiding werd onder anderede zuivere spreekmethode ingevoerd, verhuisde het instituut naar een nieuwe gebouwencomplex aan de Theerestraat en verscheen maandelijks het blad De Vriend. Ook werd er een voorschool opgericht en kwam de missie naar ontwkkelingslanden op gang.
DOVEN LEREN SPREKEN.
OP het internationaal dovencongres van Milaan in 1980 waren 255 dovenonderwijzers aanwezig uit geheel Europa. Met een overgrote meerderheid van stemmen spraken zij af voortaan de voorkeur te geven aan spreken en liplezen boven gebarentaal. De Belangrijkste reden was dat doven zo meer contact kregen met horenden en beter functioneerden in de samenleving. Bovendien zo was de opvatting, leende de spreekmethode zich beter om kennis te verwerven. Verder kwamen ze tot de conclusie dat van de diverse orale methoden de "zuivere spreekmethode" de voorkeur had, Bij deze methode was het gebruik van gebarentaal volledig uit den boze. Spreken, liplezen en schrijven stonden centraal. Het congres bepaalde dat een klas waain volgens de zuivere spreekmethode werd onderwezen niet groter mocht zijn dan tien leerlingen, en dat het onderwijs tenminste zeven a acht jaar in beslag nam. De beste leeftijd om leerlingen hiermee in aanraking te brengen was tussen de 8 en 10 jaar, en meende men.
Binnen het instituut in Nieuw-Herlaer voerde deze uitkomst tot herhaaldelijke discussies over het al dan niet invoeren van de zuivere spreekmethode. Directeur C. Terwindt was daar echter geen voorstander van en hield vanuit een oprechte overtuiging vast aan de gecombineerde methode. Het onderwijs was immers bestemd voor alle doven. En zolang er geen onderscheid werd gemaakt in verschillende categorieen, zo redeneerde hij, bleef de gecombineerde methode het meest geschikt. Het leren spreken en liplezen was alleen voorbehouden aan doven : die niet lijden aan storingen in de hersen of aan zwakhoofgigheid " Met gebarentaal konden doven veel sneller en gemakkelijker tot ontwikkeling komen dan met de spreekmethode. Wij achten het in strijd met de hoogste belangen van velen de zuivere toonspraak in de voeren' merkte Mgr C Terwindt op in het verslag over 1903. De grootere voordelen, die sommingen hiervan zouden genieten, wegens niet op tegen de nadelen, welke de minder gegaafden daardoor zouden ondervinden' Verdere tegenargumenten waren dat de gecombineerde methode veel beter geschikt was om doven een corrcet gebruik van de Nederlandse taal bij te brengen. Ook godsdienstig onderwijs en kerkdiensten waren met gebarentaal gemakkelijk te volgen. En leerlingen met slechte ogen konden zich beter redden met gebarentaal dan met liplezen. Veel waarheid ligt in die woorden besloten, zo merkte A. Hermus tactvol op in het gedenkboek in 940. Onze langdurige ervaring heeft ons geleerd, dat men in vroeger tijd door gebarentaal de doofstommen in ontwikkeling en het begrijpen van de godsdienstige waarheden in zes a zeven jaar verder bracht dan thans in ach door de spreekmethode.
Rene van der Veen
Lezers en Kijkers. Uit de boek heeft geschreven in 1904 - 1940. Het gaat over het gebarentaal of liplezen?
Martinus van Beek, de eerste directeur van het instituut voor doven in 1840 gaf de voorkeur aan gebarentaal boven liplezen. Dit beantwoordde namelijk beter aan het belangrijkste doel het verkondigen van het geloof. Immers doven konden een kerkdienst in gebarentaal veel beter volgen dan een mis volgens de orale methode. Het schaarte kaarslicht in kerk of kapel en de grote afstand tussen priester en gelovigen maakten liplezen bijna onmogelijk. Zijn directe opvolgers waren dezelfde mening toegedann. Ook zij hielden vast een gebarentaal , al werd spraakafzien (liplezen) een apart vak voor doven die nog enig gehoor hadden.
Tijdens het internationaal Doven congres in 1880 in Milaan werd met algemene stemmen besloten dat spreken en liplezen beter was dan gebarentaal in West Europa gingen de meeste doveninstituten spoedig over op de orale methode. Zelfs het Nationaal Doveninstituut in Parijs - het door De I' Epee opgerichte bolwerk van de gebarenmethode - ging overdag. Sint Michielsgestel bleef echter nog 24 lang vasthouden aan gebarentaal als belanrijkste communicatiemiddel. Pas in 1904 werd mondjesmaat gestart met de zuivere spreekmethode. Twee jaar later volgde een grote ommezwaai naar deze methode. Een inrijpende ontwikkeling, zo berichtte het tijdschrift de Vriend enkele jaren later. Groot waren de moeilijkheden, die de verandering van methode met zich bracht. Dat deze werden overwonnen is naar het volmondig getuigenis van alle onderwijzers en onderwijzeressen van ons instituut voornamelijk voorbeeld van onzen nieuwen Directeur, en niet minder aan zijn takt en doorzicht. Met de invoering van de zuivere orale methode brak een nieuwe periode aan voor het instituut.
Rene van der Veen.
Lezers en kijkers. Nou je ziet naar de foto nr 2 dat de 6 kinteren zaten in de klas met hun chagrijnen gezicht en ook allemaal hetzelfde het keding met de witte kraag. Het zijn de armzalig jongens. Elke dag de jongens in de klas zaten met de ademhalingsoefeningen wordt gehouden.
Waarom? De Doofgeboren vanaf o tot 6 jaar kunt helemaal niet praten, maar wel het geluid van huilen, hoesten, schreeuwen, gillen enz. op het leeftijd van 6 jaar of eerder wordt opgenomen op het instituut in Nieuw Herlaer. Rond in 1900 begon de spreekmethode voor de doofgeboren leerlingen. Hoe begint het uitleg van de spreekmethode? Het de hulp van de spreekmethode bevat met de papieren, spiegel, stukjes, dunne houtjes en vingers en hand van de leraar. Eerste de doofgeborene leerling moest zijn goede ademhalingen leren en komt hij later goed kunt praten door hoe...... als de fotos van het aanleren van de "N' klank en het oefenen van de klank " OO ' voor de spiegel op ivdvariatie opplaatsen. dan zal ik hierover vertellen.
En dan vertel ik waarom de jongens hun het hoofd hebben geheel de kaal geknipt? Omdat het vroeger op het instituut in Nieuw-Herlaer zo meermalen de vlooienplaag werden uitgebereid, en later op nieuwe instittut ook hetzelfde toen ik klein was in 1934 heeft mijn hoofd de mooie blonde haren bijna geheel weggeknipt en bijft 1/4 deel blijft over. Mijn ouders was erg woedend en verder kan er niets aan doen door het vroeger te streng in de internaten heeft geregeld. Gelukkig in rond 1937 veranderd dat de jongens mogen hun de keuze van zijn het gewoonte haren blijven als ze bij de kapper kwamen. Maar mocht niet de lange haren blijven groeien die wordt niet toegestaan. Op het instituut in Nieuw Herlaer de jongens leerden hun verplicht aan de katechismus waaronder door de directeur C Terwindt zelf heeft onderwezen in elke dagen. Daar leerden de jongens de taal, lezen, schrijven en rekenen via de opleidingsboeken en ook met het gebarenmethode onderwezen, later aan het buurt het gesprekmethode en liplezen, daarna het langzaamerhand op nieuwe instituut verbeterden van het onderwijzen met het spreekmedhote en liplezen en later met de hulp van het gehoorapparaat. zo gaat nu steeds nog beter onderwijzers/ters voor de dove leerlingen.
Rene van der Veen.